Heerlijk, die dagen waarop de zon schijnt en je de lente voelt. Elke dag kijk ik tussen de bladeren en plantenresten of mijn voorjaarsbollen, die ik natuurlijk op het allerlaatste moment in de grond heb gestopt, al te voorschijn komen. Al eerder zag ik een paar groene puntjes van de dwergnarcisjes en de indianenbloem verschijnen en sinds gisteren zie ik al de vroegbloeiende meerjarige tulpen hun best doen. Hoog tijd dus om oude plantenresten en bladeren te verwijderen, dan zijn de bloemen straks goed zichtbaar. Ik ben echter niet verder gekomen dan de plantenvakken vlakbij de woning.

De padden sliepen nog. Eén dikzak zat volledig onder de modder en reageerde nauwelijks toen ik per ongeluk z’n bladerdak vernielde. Ik heb het hoopje blad maar snel weer teruggelegd. En een ander reusachtig exemplaar keek me met één lodderig oog aan, zo van laat me nog even.

Ik wil geen paddendood op mijn geweten hebben, zeker als ik bedenk hoe waardevol ze zijn in de natuurlijke bestrijding van een slakkeninvasie. De rest van de tuin kan nog wel even wachten.