Een dun, luchtig laagje bladeren (niet dikker dan 10 cm) kan je gerust in de borders laten liggen. Het beschermt de planten tegen vorst en biedt kleine dieren een schuilplaats. Bovendien draagt het bij aan verbetering van de bodemstructuur, met name snel verterend blad van bijvoorbeeld de appel, linde, wilg, vlier, robinia, es, kastanje en populier.

Bladeren van beuken en eiken, maar ook van de magnolia verteren veel langzamer, dus die kunnen beter worden opgeruimd.